id="module-beesblog-post" class="module-beesblog-post show-left-column hide-right-column lang_gb">
Black Box +

Black Box +

Black Box +

Laatst heb ik met veel plezier kennisgemaakt met Black Box, een denk- en combinatiespel dat in de jaren 70 is bedacht door wiskundige en programmeur Eric Solomon. In 1990 gaf speluitgeverij Franjos het uit onder de naam Black Box en in 2007 verscheen de uitgebreide versie Black Box+. Toen ik het spel kreeg toegestuurd door testsite-nieuw, had ik eerst de indruk dat het vooral leuk zou zijn voor pubers en volwassenen. Maar na een keer samen uitproberen waren ook mijn kinderen van 6, 7 en 11 erg enthousiast.

In de doos

Foto van doos en inhoud van het spel BlackBox+De doos bevat een tweezijdig speelbord met op de ene kant een vierkant speelveld voor het oorspronkelijke Black Box, en op de andere kant een zeshoekig speelveld voor de nieuwe spelvariant van Black Box+. Verder zitten in de doos 6 rode driekwartbollen, 10 x 2 markeerstenen in tien kleuren, 14 zwarte en 8 witte markeerstenen. Behalve de spelregels is er ook een spelblok en een raadselboekje om het spel alleen te kunnen spelen.

Moleculebouwer en onderzoeker

De twee spelers nemen de rol aan van moleculenbouwer en onderzoeker. Bij gebruik van het vierkante speelbord bedenkt de moleculebouwer een molecule van vier atomen en tekent die atomen op het spelblok door vier hokjes in te kleuren. De onderzoeker mag dit niet zien, maar moet zelf ontdekken hoe het molecule eruitziet door stralen door de Black Box te sturen en te kijken waar deze er weer uit komen.

Tijdens het spelen geeft de onderzoeker aan waar hij of zij een straal de Black Box in stuurt. Daarna zegt de moleculebouwer wat er met die straal gebeurt. Er zijn verschillende mogelijkheden:

  1. De straal gaat ongehinderd door de Black Box en komt er dus recht tegenover het ingangspunt weer uit.
  2. De straal botst recht op een atoom en wordt geabsorbeerd: hij komt de Black Box niet meer uit.
  3. Een straal door de rij of kolom naast een atoom botst op het energieveld van dat atoom en wordt in een hoek van 90 graden afgekaatst.
  4. Een straal botst tegen een punt waar twee energievelden elkaar kruisen en wordt teruggekaatst. In dit geval komt de straal bij het ingangspunt de Black Box weer uit.
  5. Een straal komt direct aan de rand van het speelbord in het energieveld van een atoom terecht. Ook dan wordt de straal teruggekaatst en komt bij het ingangspunt de Black Box weer uit.

In geval 1 en 3 zet de speler een gekleurde markeersteen bij het ingangspunt en een markeersteen van dezelfde kleur bij het uitgangspunt van de lichtstraal. Een geabsorbeerde straal (geval 2) wordt aangegeven met een zwarte markeersteen en een teruggekaatste straal (geval 4 en 5) met een witte. Als de onderzoeker denkt de positie van een atoom te hebben ontdekt, legt hij of zij daar een rode bol.

De straal zelf wordt in dit spel op geen enkele manier zichtbaar, alleen het begin- en eventuele eindpunt ervan zijn duidelijk. Zowel de moleculebouwer als de onderzoeker moeten dus volop gebruikmaken van hun voorstellingsvermogen om te bedenken hoe het verloop van de straal kan zijn. Hierbij moeten alle vijf mogelijkheden worden meegewogen om te bedenken welke oorzaak er bij het gevolg (namelijk wat er met de lichtstraal gebeurt) kan horen.

Bovendien is het ook mogelijk dat een lichtstraal onderweg meerdere energievelden tegenkomt, of eerst een energieveld en dan een atoom. Als speler moet je dus volop gebruikmaken van je logische denkvermogen, maar ook veronderstellingen durven doen op momenten dat je iets gewoonweg niet zeker kunt weten. Dat laatste kan voor kinderen (en volwassenen) die bang zijn om fouten te maken een hele stap zijn.

Omdat het ook voor de moleculemaker goed opletten is om de juiste aanwijzingen te geven, wordt het bijna als een gemeenschappelijke prestatie gevoeld als de juiste locatie van de atomen uiteindelijk wordt gevonden. Voor wie toch echt tegen elkaar wil spelen, kan over meerdere spellen de score worden bepaald door middel van strafpunten voor elke zwarte of witte markeersteen, en voor verkeerd geraden atomen. De speler met de minste strafpunten is dan de winnaar.

Een beetje hulp voor jonge spelers

Het leeftijdsadvies van Black Box+ is 10+, maar kinderen die goed abstract kunnen denken en verbanden kunnen leggen, zullen al eerder plezier beleven aan Black Box, eventueel onder begeleiding van een ouder iemand. Je kunt ze op verschillende manieren helpen om het abstracte denken dat voor dit spel nodig is iets concreter te maken, bijvoorbeeld:

  • Laat ze, als ze moleculebouwer zijn, op het spelblok niet alleen de posities van de atomen aangeven, maar ook de energievelden rondom te atomen. Zo kunnen ze makkelijker zien en aangeven of stralen worden geabsorbeerd, afgebogen of teruggekaatst en waar de stralen het veld weer verlaten. Ook het verloop van de straal kunnen ze op het spelblok tekenen om hem zichtbaar te maken.
  • Gebruik het bekende spel Zeeslag als tussenstapje. Bij beide spellen moet je blindelings stralen afvuren en afhankelijk van het resultaat de positie van objecten bepalen. Dat het bij Zeeslag gaat om bommen en boten in plaats van stralen, energievelden en atomen, maakt het wat concreter. Ook zijn er bij Zeeslag maar twee mogelijkheden (raak en mis) in plaats van de vijf mogelijkheden in Black Box.
  • Gebruik het spel Khet als tussenstapje. Bij Khet , moet je door middel van een laserstraal via allerlei spiegels de farao van je tegenstander raken. Net als bij Black Box moet je je tijdens het bedenken van je zet voorstellen hoe de lichtstraal over het speelbord zal gaan. Maar na elke zet kun je dat ook echt zien door op het stuk met de laser te drukken. Dat helpt bij het concretiseren en het je eigen maken van de manier waarop stralen kunnen worden afgekaatst.

Met behulp van deze steuntjes in de rug hebben ook mijn kinderen van 6 en 7 Black Box gespeeld, waarbij ze het ook leuk vonden om elkaar te helpen als het echt ingewikkeld werd.

Ook voor één speler

Niemand om tegen te spelen? Dan zit er bij het spel ook een opgavenboekje dat de functie van moleculebouwer overneemt. Als onderzoeker zie je een afbeelding van het speelbord en de resultaten van een aantal stralen: geabsorbeerde stralen, terugkaatsingen en de twee punten waar een straal de Black Box in gaat en deze weer verlaat. Eventueel kun je de opgave nabouwen op het speelbord. Door de aanwijzingen te combineren, kun je de positie van alle atomen achterhalen.

Voor faalangstige kinderen, die het niet meteen tegen een andere speler op durven nemen, kan het erg fijn zijn om een spel eerst alleen te kunnen spelen. Bovendien kan het spel zo ook individueel worden ingezet in de klas, bijvoorbeeld voor als een leerling al het 'gewone' werk af heeft.

Voor gevorderden: de zeshoek en meer atomen

Wie het spel onder de knie heeft, kan het volgens dezelfde spelregels spelen op de zeshoekige kant. Daar is het extra goed opletten hoe de straal zich door de Black Box verplaatst en wat dat betekent voor de positie van de atomen. Op het zeshoekige speelbord wordt gespeeld met vijf atomen.

Echte experts kunnen ervoor kiezen om op het vierkante bord al vijf atomen te gebruiken, en op het zeshoekige bord zes. De spelregels waarschuwen echter wel dat hierbij combinaties mogelijk zijn die voor de onderzoeker niet te achterhalen zijn.

Executieve functies aan het werk

Het moge duidelijk zijn: Black Box is best een pittig spel. Er worden, behalve voorstellingsvermogen en logisch denkvermogen, ook heel wat executieve functies aan het werk gezet bij beide spelers, en dan vooral bij de onderzoeker. Denk bijvoorbeeld aan:

  • Emotieregulatie: het kan best frustrerend zijn als je als onderzoeker geen steek verder komt. Probeer dan maar eens het hoofd koel te houden en gewoon verder te gaan met je onderzoek.
  • Planning en organisatie: hoe pak je het als onderzoeker aan? Waar stuur je je eerste straal door de Black Box en hoe bepaalt het resultaat van eerdere zetten je volgende straal?
  • Volgehouden aandacht: Black Box is geen spel waarbij geluiden of andere effecten worden gebruikt om je aandacht erbij te houden. Je zult uit eigen beweging je aandacht bij je onderzoek moeten houden om alle atomen te vinden.

Bij de molecuulontwerper wordt ook de responsinhibitie op de proef gesteld: het vermogen om niet meteen toe te geven aan elke impuls, maar je soms ook even in te houden of je reactie uit te stellen. Want als molecuulontwerper moet je wel aangeven hoe de straal wordt afgebogen, maar verder niets verklappen , ook niet als de onderzoeker (soms verkeerde) veronderstellingen doet over de plaats van de atomen.

Conclusie

Black Box+ is een pittige breinbreker die vooral in het begin nogal wat voorstellingsvermogen vraagt. Het ontwerp van het spel is vrij minimalistisch en het doel van het spel heeft te maken met voor kinderen abstracte begrippen zoals molecule en atoom. Maar als de principes eenmaal bekend zijn, is het spel erg aantrekkelijk, ook voor jongere spelers die graag hun tanden in een logisch probleem zetten. Eventueel kun je ze daar natuurlijk een beetje bij helpen.

Juist het feit dat de atomen en stralen niet zichtbaar zijn, maakt het spelen van Black Box spannend en een beetje mysterieus. En omdat het vinden van het molecuul niet meevalt, is het plezier bij onderzoeker en moleculebouwer des te groter als het uiteindelijk toch lukt. Kortom: een spel waarbij veel vaardigheden worden aangesproken, maar waaraan je ook veel lol kunt beleven.